Door verlies aan volume van bot, vetweefsel, bindweefsel en spierweefsel en door verlies aan elasticiteit hebben sommige delen van het gezicht de neiging uit te zakken met de jaren.
Terwijl de huid van neus, lippen, kin en het deel van de wangen dicht bij het oor stevig vasthangen aan de onderliggende weefsels, glijden de weke delen van het voorhoofd, de slapen en het grootste deel van de wangen naar beneden en naar voren. Zo ontstaan onder andere de neuswangplooien en de wangetjes over de kaakrand.
Door het plaatsen van ophangdraden met plaatselijke verdikkingen, waarrond het weefsel kan vastgroeien, kan dit behandeld worden. Deze behandelingsmethode is meest geschikt als de uitzakking zichtbaar maar niet te groot is en als het gezicht noch te zwaar, noch te mager is. Meestal wordt dit uitgevoerd bij dertigers, veertigers of vijftigers, soms ook oudere personen met voor de leeftijd minder dan gemiddelde veroudering.
De behandeling wordt uitgevoerd onder plaatselijke verdoving. Een uitgebreide voorbereiding van het gezicht, geleidelijke toediening van de verdoving en minutieuze uitvoering zijn nodig. De procedure neemt enkele uren in beslag.
Zwelling en blauwe plekken kunnen optreden. Er kan enkele weken tot maanden overgevoeligheid zijn in behandelde zones. Zoals bij elke ingreep is het risico op infectie en schade aan de weefsels nooit helemaal uit te sluiten. Het is aan te bevelen geen belangrijke evenementen te plannen gedurende drie weken na de ingreep. Meestal zijn de weefsels helemaal aan de nieuwe situatie aangepast en is het volledige resultaat daarmee bekomen na drie maanden. Hoewel deze procedure geen insnede vergt wordt zij toch uitgevoerd in omstandigheden vergelijkbaar met een operatie.